Er zijn veel verschillende leverziekten. Zo kan er sprake zijn van aangeboren afwijkingen, een gezwel of een erfelijke stofwisselingsstoornis die in de lever begonnen is.
Vaak worden leverziekten veroorzaakt door virussen, alcoholmisbruik of medicijnen. Ook kan een leverziekte het gevolg zijn van een aandoening aan de alvleesklier of dunne darm.

Virale hepatitis

Het woord hepatitis is afgeleid uit het Grieks. ‘Hepar’ betekent lever en ‘itis’ betekent ontsteking.
Hepatitis is een ontsteking van de lever die in de meeste gevallen wordt veroorzaakt door een virus (virale hepatitis). Een leverontsteking kan echter ook worden veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik, blootstelling aan bepaalde chemische of giftige stoffen, auto-immuunziekten, erfelijke stofwisselingsziekten en sommige medicijnen.
Er zijn op dit moment minstens vijf virussen bekend die hepatitis veroorzaken. Het ene virus is het andere niet en dat blijkt ook hier weer: de ene vorm van hepatitis is veel ernstiger dan de andere. Vooral chronische hepatitis B en C zijn ernstige ziekten met verstrekkende gevolgen voor de gezondheid.
Hieronder volgt een bespreking van de verschillende vormen in alfabetische volgorde.

Hepatitis A
Hepatitis A is een minder ernstige vorm van hepatitis die vooral bij kinderen voorkomt. Over het algemeen worden kinderen er niet erg ziek van. Bij volwassenen verloopt deze infectie praktisch altijd symptomatisch. Zij kunnen zich een tijd lang ziek voelen, variërend van enkele weken tot enkele maanden.
Hepatitis A gaat na verloop van tijd over en wordt dus niet chronisch.
Wie éénmaal hepatitis A heeft gehad, is er de rest van zijn leven immuun voor.
Hepatitis A wordt voornamelijk overgedragen door het eten of drinken van voedsel dat met ontlasting is verontreinigd. Besmetting komt vaak voor in de tropen, doordat voedsel wordt gewassen in verontreinigd water. Hepatitis A kan ook worden overgedragen door seksueel contact, met name oraal-anaal contact.

Massale vaccinatie, zeker van risicogroepen, kan hier een oplossing bieden.
De aanwezigheid van HAV-antistoffen wijst op een doorgemaakte HAV-infectie.
In de Belgische algemene populatie zijn deze antistoffen aanwezig in 5,4 % van de leeftijdsgroep onder 14 jaar, en in meer dan 80 % van de leeftijdsgroep boven 55 jaar.

Hepatitis B
Hepatitis B is een ernstige leverontsteking, die wereldwijd veel voorkomt. De ziekte verdwijnt bij 90% van de besmette volwassenen binnen een half jaar. Daarna zijn ze ook niet meer besmettelijk voor anderen. Bij ca. 10% van de patiënten met hepatitis B gebeurt dit echter niet, waardoor de infectie bij de persoon in kwestie chronisch wordt. Er zijn dan vaak geen klachten meer, maar men is wel besmettelijk voor anderen. We noemen dit een chronische hepatitis B infectie.
Chronische hepatitis B kan op den duur gepaard gaan met een lichte tot zeer ernstige leverontsteking. Uiteindelijk kan dit leiden tot levercirrose waardoor de kans op leverkanker vergroot is. Het virus is de voornaamste overlijdensoorzaak door chronische leverontsteking, levercirrose, en hepatocellulair carcinoom (leverkanker).
Hepatitis B is heel besmettelijk. Het hepatitis B virus wordt overgedragen door bloedbloedcontact of door sexueel contact met iemand die het virus bij zich draagt. Het hepatitis B virus kan lange tijd buiten het lichaam overleven. Bekende manieren van overdracht zijn bijvoorbeeld via het uitwisselen van gebruikte naalden (injectie-, tatoeage- of acupunctuurnaalden), scheermesjes, tandenborstels of bij het zetten van piercings. In sommige landen kan men ook besmet raken via bloedproducten bij bloedtransfusie.
In België heeft ongeveer 7 % van de autochtone en 14 % van de allochtone bevolking een HBV-infectie doorgemaakt of is chronisch drager van het virus.
Ondanks de beschikbaarheid van een effectief en veilig vaccin, blijft hepatitis B een wereldomvattend volksgezondheidsprobleem.

Hepatitis C

Hepatitis C is een van de meest voorkomende leverontstekingen in de wereld. Tot 1989 kenden we de veroorzaker van de infectie niet en werd deze vorm van hepatitis ook wel non-A, non-B hepatitis genoemd. Inmiddels weten we dat het hepatitis C virus de veroorzaker is. Hepatitis C wordt overgedragen via bloedbloedcontact.

Tot 1992 konden en werden bloed en bloedproducten nog niet op dit virus gecontroleerd en daarom zijn veel mensen door een transfusie geïnfecteerd.
Tegenwoordig is dat uitgesloten, omdat de bloedbanken op hepatitis C testen..
Het spuiten van drugs met "vuile" spuiten, tatoeages, accupunctuur, gemeenschappelijk gebruik van scheermesjes, scheerapparaten of tandenborstels vormen risico op het oplopen van een infectie.
Je kunt lange tijd besmet zijn zonder klachten te hebben; de schattingen lopen uiteen van 10 tot 20 jaar tussen het moment van besmetting en het tijdstip dat de ziekte zich openbaart.
Acute hepatitis C geneest zelden: in 80% van de gevallen wordt de infectie chronisch en hierdoor raakt de lever ernstig beschadigd. Bij 20% van de chronische hepatitis C patiënten leidt dit tot levercirrose wat kan leiden tot leverkanker. Soms is een levertransplantatie noodzakelijk. Er zijn ook mensen bij wie het virus sluimerend aanwezig blijft zonder veel ontstekingsverschijnselen; zij worden dus ‘drager’, maar er ontwikkelt zich geen levercirrose. Hun bloed blijft besmettelijk voor anderen, terwijl ze zelf nauwelijks hinder ondervinden.
De ernst van de leverontsteking kan bij chronische hepatitis C in de loop der tijd sterk wisselen.
Ook in België is hepatitis C geen zeldzame ziekte : naar schatting zijn hier 80.000 mensen HCV-positief.  

Hepatitis D-virus (HDV), Hepatitis E-virus (HEV), Hepatitis G-virus (HGV)

Alhoewel deze virussen in België slechts een marginale aanwezigheid kennen, stijgt de laatste jaren het risico op hepatitis E, vooral bij personen die veelvuldig in het buitenland verblijven. Hepatitis D-virus treedt enkel op als superinfectie indien het hepatitis B-virus reeds aanwezig is. Het hepatitis G-virus werd recent ontdekt. De rol van dit virus bij leverontstekingen is nog niet volledig omschreven.  

Primaire biliaire cholangitis (PBC)
Bij Primaire Biliaire Cirrose zijn de kleine galkanaaltjes in de lever chronisch ontstoken. Door deze ontstekingen gaan de galkanaaltjes steeds verder dichtzitten, waardoor de galvloeistof niet goed afgevoerd kan worden. Doordat de lever zijn galvloeistof niet kwijt kan, worden de levercellen onherstelbaar beschadigd. Er wordt op den duur steeds meer littekenweefsel gevormd en, als gevolg van de chronische ontstekingen, kan er langzamerhand levercirrose ontstaan. De naam Primaire Biliaire Cirrose is ongelukkig gekozen, omdat er alleen in een ver gevorderd stadium sprake kan zijn van levercirrose. De ziekte kent in veel gevallen een mild verloop.

Primaire Biliaire Cirrose komt hoofdzakelijk voor bij vrouwen van middelbare leeftijd (tussen de 40 en 60 jaar).

Primaire Biliaire Cirrose is een chronische ziekte die vaak sluipend begint. De lever heeft namelijk een enorme reserve capaciteit, waardoor het soms wel 15 jaar kan duren voordat de eerste klachten optreden. Ook daarna is het verloop heel wisselend. Soms blijft de toestand van de patiënt lange tijd stabiel, soms treedt er een snelle achteruitgang op.

De ziekte wordt veroorzaakt door een "auto-immuunreactie" . Primaire Biliaire Cirrose komt regelmatig samen met andere auto-immuunziekten voor, zoals onder andere het Syndroom van Sjögren, het Syndroom van Raynaud, sclerodermie en reumatoïde artritis. Een "auto-immuunziekte" wil zeggen dat het lichaam antistoffen aanmaakt tegen eigen lichaamsweefsel.

Primaire scleroserende cholangitis (PSC)
Cholangitis wil zeggen, dat de galwegen ontstoken zijn. Bij Primaire Scleroserende Cholangitis zijn zowel de galwegen buiten de lever als ook de wat grotere galwegen ín de lever chronisch ontstoken. Deze ontsteking van de galwegen veroorzaakt hele kleine littekentjes, waardoor er op veel plaatsen vernauwingen in de galwegen ontstaan. Tussen de vernauwingen in zijn de galwegen vaak verwijd. Er ontstaat een karakteristiek patroon, een zogenaamd "kralensnoer" van vernauwde en verwijde galwegen. Na verloop van tijd kunnen de galwegen dusdanig vernauwd raken, dat de galafvoer ernstig wordt belemmerd.

Doordat de galvloeistof niet meer goed weg kan vloeien, wordt ook de lever ernstig beschadigd. De levercellen kunnen hun galvloeistof namelijk niet meer kwijt en sterven af. Hiervoor in de plaats komt littekenweefsel. In de loop van de ziekte worden steeds meer levercellen vervangen door littekenweefsel. De lever is uiteindelijk niet goed meer in staat om zijn normale functie uit te oefenen. Er ontstaat levercirrose. Voor meer informatie over dit onderwerp zie de brochure ‘Levercirrose’.

Primaire Scleroserende Cholangitis is een tamelijk zeldzame ziekte, die meestal ontstaat op 30 tot 40 jarige leeftijd. Mannen worden 3 maal zo vaak door deze ziekte getroffen als vrouwen.

De ontsteking die ontstaat bij Primaire Scleroserende Cholangitis is niet het gevolg van een infectie met een bacterie.
De oorzaak van Primaire Scleroserende Cholangitis is tot nu toe nog onbekend, maar het vermoeden bestaat dat het een zogenaamde "auto-immuunziekte" is. Een auto-immuunziekte wil zeggen dat het lichaam antistoffen gaat aanmaken, dus een afweerreactie gaat vertonen, tegen eigen lichaamsweefsel. Primaire Scleroserende Cholangitis komt namelijk regelmatig samen met andere auto-immuunziektes voor, zoals colitis ulcerosa en soms ook met de ziekte van Crohn (allebei chronische darmontstekingen). Zo blijken ongeveer 75% van de mensen met Primaire Scleroserende Cholangitis ook colitis ulcerosa te hebben.

In sommige gevallen gaat Primaire Scleroserende Cholangitis samen met Auto-immuunhepatitis, waarbij de klachten niet duidelijk passen bij een van beide aandoeningen. We spreken in dat geval van een ‘overlapsyndroom’.

Auto-immuun hepatitis (AIH)
Elk mens heeft een afweersysteem dat zijn lichaam beschermt tegen invloeden van buiten. Het afweersysteem maakt antistoffen tegen deze vreemde indringers in het lichaam. Met deze antistoffen kunnen bacteriën en virussen onschadelijk gemaakt worden.

Bij een auto-immuunziekte gebeurt er iets ongewoons. Het afweersysteem maakt dan antistoffen die in actie komen tegen bepaalde gezonde cellen van het eigen lichaam. Indien dit de cellen van de lever zijn, dan spreekt men van een auto-immuunziekte van de lever. Het komt ook voor dat dit gepaard gaat met een reactie tegen andere cellen van het lichaam, zoals bijvoorbeeld cellen van de schildklier, de gewrichten of de dikke darm.
Auto-immuun hepatitis is een stoornis in het afweersysteem van de lever. De aandoening komt meer bij vrouwen dan mannen voor en treedt vooral na het tiende levensjaar op. Bij vrouwen komt deze aandoening vooral voor rond het begin van de menstruatie en rond de overgang.

Wanneer de actie van het afweersysteem zich richt op de levercellen, ontstaat er een chronische ontsteking van de lever: chronische actieve hepatitis. Deze chronische ontsteking kan op den duur overgaan in levercirrose. Bij levercirrose worden gezonde levercellen vervangen door littekenweefsel. Hierdoor kan de lever z'n functie niet meer goed uitoefenen.
De afweerreactie kan zich ook richten op andere cellen, zoals de cellen van de galwegen in de lever. Door de chronische ontsteking gaan de kleine galkanaaltjes in de lever dichtzitten. De lever kan zijn galvloeistof niet meer kwijt, waardoor er beschadiging van de lever en levercirrose optreedt.

Leververvetting (leversteatose)
De lever speelt een belangrijke rol bij de vetstofwisseling in het lichaam. Door de productie van galvloeistof is de lever betrokken bij de vetvertering. Ook kan de lever zelf vetten opnemen en weer afbreken. Daarnaast kan de lever uit andere stoffen nieuwe vetten vormen, zoals cholesterol.

Als er een storing in de vetstofwisseling in de lever optreedt, kan vet gaan ophopen in de levercellen. Dit wordt leververvetting of leversteatose genoemd.

Leververvetting kan verschillende oorzaken hebben. Niet altijd is de oorzaak echter bekend.

Meestal wordt leververvetting veroorzaakt door:

Overvoeding:
Bij overgewicht en bij suikerziekte wordt het teveel aan suikers (calorieën) in de lever omgezet in vetten.

Chronisch alcoholmisbruik:
In dit geval veroorzaakt het teveel aan alcohol een ontsteking van de levercellen. De levercellen functioneren niet meer goed, wat leververvetting tot gevolg heeft.

Minder vaak voorkomende oorzaken van leververvetting zijn:
- Ondervoeding, met eiwittekort;
- Medicijngebruik, o.a. sommige corticosteroïden;
- Als complicatie bij chronische darmontstekingen (de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa).

Een zeer zeldzame vorm van leververvetting treedt op bij zwangerschapssteatose. Dit is een acute en zeer gevaarlijke vorm die op kan treden in de laatste 3 maanden van de zwangerschap.

Alcoholische hepatitis (leverontsteking)
Bij alcoholische hepatitis is er sprake van een leverontsteking als gevolg van beschadiging van levercellen door de afbraakproducten van alcohol. Meestal ontstaat deze hepatitis geleidelijk en zijn er (nog) geen duidelijke klachten. De ontsteking kan steeds ernstiger vormen aannemen naarmate er langer en meer gedronken wordt. In het beginstadium kan de schade zich nog herstellen mits het alcoholgebruik gestaakt wordt.
In zeldzame gevallen kan er een “acute alcoholische hepatitis” optreden.
Bij acute alcoholische hepatitis is er sprake van een plotseling (acuut) optredende leverontsteking als gevolg van grote hoeveelheden alcohol gedurende langere tijd. De patiënten zijn misselijk, moeten braken en klagen over pijn in de rechterbovenbuik.
Bij de meer ernstige vormen kunnen als gevolg van stollingsproblemen (stervormige) bloeduitstortingen in de huid voorkomen en kan geelzucht optreden. Ernstige complicaties die vervolgens op kunnen treden zijn: vochtophoping in buik en elders in het lichaam en hersenbeschadiging.
De vooruitzichten in het beginstadium van de acute hepatitis zijn gunstig. Zodra er niet meer gedronken wordt verdwijnen de klachten en is er meestal geen blijvende schade.
Is er al sprake van geelzucht en zijn er stollingsproblemen dan zijn de vooruitzichten veel minder gunstig en kan het de dood tot gevolg hebben.

Fibrose
Als gevolg van een langer bestaande hepatitis gaan de levercellen littekenweefsel of bindweefsel (fibrose) aanmaken. Dit komt rondom de levercellen te liggen, waardoor er minder ruimte is voor de bloedvaatjes in de lever. Dit heeft tot gevolg dat de doorbloeding van de lever wordt belemmerd. Dit heeft een verhoogde bloeddruk in de lever tot gevolg.

Cirrose
Als de fibrosevorming doorgaat ontstaat er op den duur levercirrose. Bij levercirrose is een groot deel van het leverweefsel vervangen door bindweefsel (littekenweefsel). Door het ontstane littekenweefsel kan bloed niet meer vrij door de lever stromen. Dit heeft tot gevolg dat gezonde cellen niet goed meer worden voorzien van bloed. Ook deze cellen gaan als gevolg daarvan te gronde, waardoor nog meer littekenweefsel wordt gevormd. Door dit proces wordt steeds meer gezond leverweefsel vervangen door littekenweefsel, waardoor de capaciteit van de lever steeds verder afneemt. Er ontstaan in de loop van het proces dan ook steeds meer klachten.
Levercirrose is onomkeerbaar, dat wil zeggen dat het littekenweefsel niet meer vervangen kan worden door gezond leverweefsel.
Stoppen met alcohol is absoluut noodzakelijk om verdere schade te voorkomen.
Zie voor meer informatie de brochure ‘Levercirrose’.

Hepatocellulair carcinoom (primaire leverkanker)
Als gevolg van levercirrose is er een grotere kans op het ontstaan van primaire leverkanker. Zie voor meer informatie de brochure ‘Leverkanker’.

Deze hierboven beschreven meer of minder ernstige leveraandoeningen kunnen tevens ontstaan door andere oorzaken en hoeven dus niet per definitie te maken te hebben met alcoholmisbruik.

Ziekte van Wilson
Ons lichaam heeft koper nodig om goed te kunnen functioneren. In onze dagelijkse voeding zitten kleine hoeveelheden koper die door de darm in ons lichaam worden opgenomen.

Bij gezonde mensen is er een evenwicht tussen de koperopname en uitscheiding van koper door de lever met de galvloeistof. Bij de ziekte van Wilson is dit evenwicht verstoord.
De lever verwerkt de kleine hoeveelheden koper niet zoals het hoort, maar stapelt het in de levercellen op. In een later stadium vindt ook stapeling in de zenuwcellen plaats, wat aanzienlijke schade kan veroorzaken.

Stapeling van koper is een langzaam verlopend proces, waar de patiënt in het begin niets van merkt. Hij weet dan ook nog niet dat hij de ziekte heeft. Pas als er klachten optreden, wordt er onderzoek gedaan en de ziekte van Wilson vastgesteld.

De ziekte van Wilson is een zeldzame erfelijke ziekte die zowel bij mannen als bij vrouwen voorkomt. De eerste verschijnselen doen zich meestal voor tussen het 10e en 30e levensjaar.

Leverkanker
Ons lichaam bestaat uit miljarden cellen. Die cellen zijn niet allemaal hetzelfde. Een levercel ziet er bijvoorbeeld heel anders uit dan een huidcel of een bloedcel. Al deze cellen moeten constant vervangen worden, omdat ze verouderen of beschadigd raken. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling: uit één cel ontstaan twee nieuwe cellen, die zich vervolgens weer gaan delen, dit herhaalt zich steeds opnieuw.

Bij kanker is de celdeling verstoord. Cellen blijven zich in snel tempo delen, terwijl er geen behoefte is om verouderde cellen te vervangen. De cellen die op deze manier ontstaan zijn iets anders van structuur dan de oorspronkelijke cel, zodat ze geen nuttige functie hebben. Zo ontstaat er op den duur een opeenhoping van kwaadaardige cellen, ofwel een kwaadaardige tumor. De tumor kan zich steeds verder uitbreiden, in het omringende weefsel binnendringen en veel schade aanrichten.

Er zijn twee vormen van leverkanker:

Primaire leverkanker (hepatocellulair carcinoom)
De tumor ontstaat in de lever zelf door ongeremde deling van levercellen. Jaarlijks worden in België ca. 230 gevallen van primaire leverkanker ontdekt, waarvan 65% mannen en 35% vrouwen. De meeste van deze mensen zijn ouder dan 70 jaar.

Secundaire leverkanker, meestal aangeduid met de term levermetastasen (uitzaaiingen in de lever). Kankercellen kunnen namelijk losraken van een tumor en met de lymfe of het bloed naar een andere plek in het lichaam worden vervoerd, waar ze weer tot een tumor kunnen uitgroeien. Darmkanker kan bijvoorbeeld makkelijk uitzaaien naar de lever en hier ontstaat dan weer een nieuwe tumor door ongeremde deling van darmkankercellen. Juist omdat er zoveel bloed door de lever stroomt, is de kans groot dat kwaadaardige cellen uitzaaien naar de lever.